• Handleiding
  • Kerkuilen en de wet
  • Webcam camera
  • Uilen in Nederland
  • Filmmateriaal
  • Zwakke of dode kerkuil gevonden
  • Ringen
  • Foto's
  • Boeken over uilen
    • Boeken Johan de Jong
  • Broedgegevens
    • Broedgegevens 2024
    • Broedgegevens 2023
    • Broedgegevens 2022
    • Broedgegevens 2021
  • Beleef de Lente
  • Persoonlijke veiligheid
  • Financien
    • Financieel overzicht 2024
    • Financieel overzicht 2023
    • Financieel overzicht 2022
    • Financieel overzicht 2021
    • Financieel overzicht 2020
  • Landelijke Uilendag 2024
  • Nieuwsbrieven
  • Digitale Nieuwsbrief
  • Groningen
  • Friesland
  • Drenthe
  • West - Overijssel (incl NOP)
  • Twente
  • Achterhoek Noord
  • Achterhoek Liemers
  • Veluwe
  • Betuwe Oost
  • Oostelijk Flevoland
  • Zuidelijk Flevoland
  • Utrecht & Betuwe West
  • Noord Holland
  • Zuid Holland
  • Zeeland
  • Noord - Brabant
  • Limburg
  • Media
  • Educatie
  • Eindrapporten
  • Europese Uilenspecial

DWERGUIL

NIEUWE SOORT VOOR NEDERLAND Johan de Jong

Op 4 oktober 2002 vloog om 15.00 uur een kleine, ongeringde uil tegen het raam van een huis in Sumarreheide in Fryslân. Hij bleef versuft op de grond liggen. De bewoners, de familie Deinum, konden een korte videofilm van ruim 30 seconden van de uil maken. Hersteld van de klap vloog de uil plotseling weg en verdween in de boomwal. Hij werd niet weer gezien.



Jan Deinum gaf de melding door aan Jan de Jong (Joure) en noteerde de kleine uil als steenuil (Athene noctua). Er komen in het noorden immers geen kleinere uilen voor! Een jaar later, na een oproep voor Omrop Fryslân om waargenomen steenuilen door te geven, werd ik gebeld met de mededeling dat er in Sumarreheide een steenuil was gesignaleerd in 2002.
In febuari 2004 had Jan Deinum bij een computercursus enige digitale foto’s van de videofilm meegenomen voor bewerking. De cursusleider, Dries de Vries (Sumar), vrijwilliger van de Werkgroep Kerkuilen Friesland (WKF), stuurde mij per e-mail een foto. Ik was verrast: het was geen steenuil, maar een dwerguil, Glaucidium passerinum!

 

Kenmerken

De dwerguil is de kleinste Europese uil en is ongeveer zo groot als een spreeuw en met een gewicht van 55-85 gram.. Hij heeft een ronde, enigszins afgeplatte kop met een zwak ontwikkelde gezichtssluier. De korte, dunne wenkbrauwstrepen en de kleine gele, dicht bij elkaar staande ogen geven de uil een “streng uiterlijk”. Het verenkleed is van boven donkerbruin met kleine witte vlekken en van onderen wit met smalle bruine lengtestrepen. De staart steekt buiten de vleugelpunten uit en heeft vijf witte dwarsbanden. Het wippen met de staart is een typisch kenmerk.

 

Gedrag en voedsel

De dwerguil is een zeer levendige, niet schuwe vogel. Hij is vooral actief in de avond- en ochtendschemering. Gedurende het grootbrengen van de jongen jaagt de uil ook overdag. De vlucht is deels golvend, als van een specht, deels snel en recht, als van een spreeuw.
Vanaf een (hoge) zitplaats jaagt de dwerguil op muizen (meer dan 60%) en vogels, vooral vinken en mezen. In de winter worden voedselvoorraden aangelegd in spechtennesten of in nestkasten. Door zijn geringe voedselspecialisatie komt de dwerguil zelden buiten zijn leefgebied. In het hooggebergte daalt hij in de winter bij slechte weersomstandigheden naar lager gelegen dalen af en vangt hij zelfs vogels op de voederplanken.

 

Verspreiding en biotoop

De dwerguil komt voornamelijk voor in het hoge, maar niet te dichte, boreale sparrenbos, dat zich als een brede gordel dwars door Europa en Azië uitstrekt van Scandinavië tot Japan.
In Midden-Europa komt hij vooral voor in oudere naald- en gemengde bossen van het hoog- en middelgebergte: zo zijn ze waargenomen in de Alpen, de Jura, in de Vogezen, in het Zwarte Woud, het Beierse Woud, het Fichtel gebergte, het Bohemer Woud, Ertsgebergte, Thüringer Woud en de Harz. De laatste jaren vindt uitbreiding plaats in de uitgestrekte naaldbossen in het noorden van Duitsland, o.a. de Lüneburger Heide (Glutz von Blotzheim & Bauer, 1980, Voous, 1988, Mebs & Scherzinger, 2000 en Wiesner, 2003).


De dwerguil van 4-10-2002 is de eerste zekere waarneming voor Nederland.

 

Discussie

De waarneming van de dwerguil in Sumarreheide roept enkele vragen op. Is deze vondst een teken dat de dwerguil zich uitbreidt in Midden-Europa? Of gaat het om een verdwaald exemplaar? Waar komt de uil vandaan?

Het gaat waarschijnlijk om een jong mannetje (J.Wiesner, schriftelijke med.). Volwassen mannetjes zijn over het algemeen plaatstrouw. Misschien is een jonge dwerguil uit het westelijk deel van Duitsland naar Fryslân gevlogen. Niet ver van de Nederlandse grens in Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen zijn broedgebieden van de dwerguil en juist in deze gebieden zijn de laatste jaren nieuwe territoria ontdekt.
Een andere mogelijkheid is dat de dwerguil van Scandinavië naar Fryslân is gevlogen. Na een jaar met extreem goede broedresultaten kan er een invasieachtige trek op gang komen, die zich over meerdere honderden kilometers zuidwaarts kan uitstrekken (Mebs & Scherzinger, 2000).

Sumarreheide bestaat uit een kleinschalig landschap met boomwallen en kleine bosjes en onderscheidt zich heel duidelijk van het typische biotoop van de dwerguil. Het gebied is laag gelegen, n.l. 0-5 meter boven N.A.P. en in de naaste omgeving bevinden zich geen grote bossen.
Ook al is de waarneming van de dwerguil eenmalig, het geeft ons nieuwe, interessante informatie. Want deze soort is op grond van de verborgen levenswijze moeilijk op te sporen. Met behulp van geluid kan de aanwezigheid van de dwerguil vastgesteld worden.
Door zijn groot aanpassingsvermogen kunnen er in de toekomst in de grotere bosgebieden nog wel eens meer dwerguilen opduiken.

Dwerguil (2013) in de Oostermaet bij Lettele.

 

Literatuur

Cramp, S, e.a.(1985): The Birds of the Western Palearctic 4. Oxford Unniversity Press.Oxford
Glutz von Blotzheim U.N. & Bauer K.M. (1980): Handbuch der Vögel Mitteleuropas Bd.9.
Akademische Verlagsgesellschaft, Wiesbaden.
Jong J.de (1995): De Kerkuil en andere in Nederland voorkomende uilen. Leeuwarden.
Mebs, T & Scherzinger, W. (2000): Die Eulen Europas, Kosmos, Stuttgart
Schönn, S. (1995): Der Sperlingskauz. Die Neue Brehm-Bücherei Bd.513.
Voous, K.H. (1988): Owls of the Nothern Hemisphere. Collins, London.
Wiesner, J.(2003) :Ist die mitteleuropäische Sperlingskauzpopulation Glaucidium passerinum)
In Ausbreitung begriffen? AG Eulen 77 Dornbirn.

Terug naar uilen in Nederland

Laatste nieuws

Verslag Uilendag 2024 op site

Meer

Kerkuil eet rat

Meer

Contactgegevens

Stichting Kerkuilenwerkgroep Nederland
info@kerkuil.com

Deel deze pagina

Contact


  • Stichting Kerkuilenwerkgroep Nederland
  • Warnsveld
  • info@kerkuil.com

 

Stichting Kerkuilenwerkgroep Nederland op Social media


Facebook Facebook

Laat een bericht achter


Zoeken


 


Aanmelden digitale nieuwsbrief.

De nieuwbrief verschijnt niet op een vast tijdstip maar wel met enige regelmaat.

 

Meld u via deze link aan voor onze digitale nieuwsbrief.

 

 

Copyright 2025 - Stichting Kerkuilenwerkgroep Nederland
Inloggen | Ziber Website